Meester Beernaert en mevrouw Beernaert.
Mevr. Lieve Jordens Voorzitter ADR.
Uitreiking oorkonde
Uitreiking oorkonde
Het woord van dank
Het woord van dank
Het woord van dank
Beheerders A: K. Rotthier (midden) en Mevr. D. Schellens (rechts)
Antwerpen 2 november 2013
Meester Beernaert, mevrouw, leden van de ADR,
Als huidige voorzitster van de ADR mag ik jullie welkom heten hier in dit lokaal waar meester Beernaert en ikzelf zovele jaren aan dezelfde tafel gezeten hebben.
Mijn ‘woordje’, zoals dat in PW Limburg heet, zal dan ook een persoonlijke kleur hebben en kort zijn, dat heb ik geleerd op PW-Limburg.
Heel bijzonder wil ik mevrouw Beernaert welkom heten! We vergeten het dikwijls: mensen die zich inzetten voor een organisatie, een gemeenschap kunnen dit nooit doen zonder de goedkeuring en steun van hun gezin, een echtgenote.
Vandaag verlenen we aan meester Beernaert de titel van ere-voorzitter ‘Ad tempus Vitae’ van de Algemene Dienstenraad van de Nederlandstalige AA in België, als niet-alcoholist, beheerder A en nobele externe vrijwillige raadgever binnen de AA-gemeenschap voor zijn toegewijde inzet gedurende meer dan 50 jaren.
Ik nodig iedereen uit om de gehele geschiedenis van de Vlaamse AA eens te herlezen: ‘wie zijn wortels kent – zijn traditie en voorgeschiedenis – weet wat zijn levensboom nodig heeft om op zijn eigen manier te groeien’ zo schrijft Anselm Grün (Wortelen). Vandaag kan ik hier niet uitgebreid op ingaan.
Centraal staat: alcoholisme als ziekte, een nieuwe methode: geheelonthouding en een nieuwe aanpak: een levensfilosofie. Dit is wat ons bindt.
Van meester Beernaert weet ik dat hij één van de buitenstaanders, niet-alcoholisten, was die deel uitmaakten van de Raad van Advies, samengesteld uit alcoholisten en niet-alcoholisten. Meester Vanstaen was voorzitter; hij werd later voorzitter van de vzw Aldinea-bel. De Raad kwam tweemaandelijks bijeen in zaal Egmont te Brussel. Voor Antwerpen was er E. P. De Reys. Voor de groep 17 Roeselare zetten E.P. Santens en een adjunct-politiecommissaris, een professionele relatie van meester Beernaert, zich in.
Deze laatste nodigde hem – in 1961 – uit om zich kandidaat te stellen als beheerder A voor de Provinciale Werkgroep van West Vlaanderen. ‘Naarmate het vertrouwd worden met de werking van AA, groeide bij mij de overtuiging dat dit een lovenswaardig werk was dat inzet verdiende.’ En ‘de uitbouw van de structuur heeft me steeds geboeid en het resultaat van de werking van AA heeft me aangezet om de hand te houden aan de goede werking’.
Meester, het zijn uw eigen woorden en velen, – hier aanwezig en overal in Vlaanderen – zullen dit herkennen en beamen. Zij kunnen met mij bevestigen dat u er al die jaren is blijven mee doorgaan en dit met hart en ziel, gewetensvol en respectvol.
Zelf heb ik ervaren wat het betekende ‘de hand houden aan de goede werking’ toen ik als kersverse beheerder A, – tijdens mijn tweede vergadering en zonder dat ik goed begreep wat dit inhield – ‘toegevoegd’ werd aan COI-nationaal naar aanleiding van discussies tussen twee PR-mensen met hun uiteenlopende meningen.
Voor u was de dankbaarheid en de sfeer van een vriendenkring ‘geen alledaagse gebeurtenis’ en de aanmoediging om u nuttig te maken voor onze Vlaamse AA.
Zoals het in elk mensenleven, elke gemeenschap voorkomt waren er ook in de Vlaamse AA meningsverschillen en conflicten. De laatste jaren van uw voorzitterschap waren moeilijk, er was geen oplossing, geen afscheid, geen dankwoord. Ook voor mij, als uw opvolger was en is het zoeken.
Er kwam terug rust op de ADR, er was enerzijds uw wens om nog eens aanwezig te zijn en anderzijds een wens van de leden om een zichtbare uiting van dankbaarheid en erkentelijkheid te geven.
Het is mijn wens als voorzitster dat deze gebeurtenis vandaag ons kracht en sterkte, sereniteit geeft om vanuit de diepe wortels van het verleden de blik te kunnen richten op de toekomst en de uitdagingen waar we vandaag voor staan om de levensboom van onze gemeenschap die AA heet te laten groeien. Ik heb hier alle vertrouwen in!
Lieve Jordens